INGREDIËNTEN

4 kalfssaucijzen

500 gram malse raapstelen

1.000 gram aardappelen vastkokend

150 gram spekjes

1 ui

Melk

■ Ongezouten roomboter

■ Kerriepoeder

■ Zout en peper

Bakboter

AAN DE SLAG

Schil de aardappelen en snijd in gelijke stukken. Kook in 20 á 25 minuten gaar.

Verhit de bakboter in een pan. Bak de kalfssaucijzen goudbruin op middelhoog vuur en laat de saucijzen vervolgens op laag vuur langzaam garen. Kruid de saucijzen met kerriepoeder.

Snijd ondertussen de raapstelen, was de fijngesneden raapstelen en laat goed uitlekken. Snijd ook de ui fijn. Bak de spekjes knapperig en voeg na een minuut de fijngesneden ui toe.

Giet de aardappelen af en stamp fijn met de pureestamper. Maak de stamppot smeuïg met een klontje roomboter en melk en breng op smaak met peper. Voeg tot slot de spekjes, ui en raapstelen toe en stamp het geheel goed door.

Maak het bord op met de lente stamppot en kalfssaucijzen.